Diverse synoniemen bekend, zoals: ‘Tromba D’Albenga’, ‘Zucchetta rampicante’ en ’trompetpompoen’.

Dit Italiaanse ras uit de regio Liguria behoort tot de muskaatpompoenen (Cucurbita moschata). Het ras was langzamerhand aan het verdwijnen, totdat deze door SlowFood werd aangeprezen als een belangrijk streekproduct en derhalve bewaard moest blijven.

De rankende planten hebben grote hartvormige bladeren en geven zeer langwerpige vruchten met een opzwelling aan het uiteinde, waardoor ze lijken op een trompet. In dit opgezwollen uiteinde bevinden zich de zaden.

De vruchten zijn in het jonge stadium lichtgroen van kleur en kunnen dan als zomerpompoen al gegeten worden: van 10 tot 15 cm lang voor rauwkost en van 20 tot 35 cm lang als courgettes.

Indien de vruchten de kans krijgen om uit te groeien, kunnen ze een lengte bereiken van wel 75 tot ruim 150 cm. De vruchten zijn 1 tot 5 kg zwaar. In het volledig volgroeide en uitgerijpte stadium verkleuren de vruchten naar terracotta. Ook in dit stadium heeft het stevige geelachtig-oranje gekleurde vruchtvlees een goede kwaliteit met een zoetige lichte notensmaak. In de Italiaanse keuken worden ze dan wel gebruikt als vulling voor gnocchi en ravioli. Ook zijn ze dan geschikt voor bakken en als vulling voor soep en pompoentaart.

In het volledig uitgerijpte stadium hebben de vruchten ook een decoratieve waarde en zijn dan 4 tot 12 maanden houdbaar.

Indien de planten over de grond groeien, zullen de vruchten een kronkelig uiterlijk hebben. Daarom wordt voor dit ras wel aanbevolen om ondersteunende constructies op te richten waar de planten overheen kunnen groeien en waarbij de vruchten door de constructie heen vrij naar beneden kunnen hangen. Hierdoor blijven de vruchten zo recht mogelijk. De planten houden zoals alle muskaatpompoenen van een warme standplaats.