Rasbeschrijving rozijnenboom

Rozijnenboom

De rozijnenboom, ook wel Japanse krentenboom of Japanse rozijnenboom genoemd, behoort tot de botanische soort Hovenia dulcis. Deze soort behoort tot de familie der Rhamnaceae (Wegedoornfamilie). Van origine komt de boom uit Azië, vanaf oost-China en Korea tot aan de Himalaya, op hoogtes tot 2.000 meter. De boom is al langere tijd verspreid in Azië, doch kwam pas rond 1820 naar het Westen. Het is hier nog steeds een zeldzame en bijzondere boom.

Het gaat om een bladverliezende boom (of soms grote struik) die als sierboom kan worden toegepast. De bomen hebben een matige groeikracht en dragen gladde hartvormige bladeren. Oudere bomen hebben de neiging om de onderste takken te laten vallen.

In het late voorjaar of vroege zomer verschijnen de welriekende cremewitte bloempjes in bloemschermen. Deze zijn zelfbestuivend. Bij lage temperaturen kan het langer duren voordat de bloemen verschijnen, soms zelfs tot aan het eind van de zomer, met als gevolg dat de “rozijnen” daarna niet rijpen of zelfs in het geheel niet gevormd worden.

Na de bloei zijn het niet de gevormde vruchtjes die gebruikt kunnen worden, doch de opgezwollen bloemstelen. Zodra de bloemstelen opzwellen, vormen deze namelijk kronkelige zachte vlezige takjes van 1,5 tot 3 cm lang, die dus eetbaar zijn. Zodra ze rijp worden (en na vorst) worden ze van buiten bruinachtig van kleur. De binnenzijde is geelachtig van kleur.

Door dit uiterlijk zijn ze in andere talen ook wel bekend als onder de volgende benamingen (na vertaling): “kippenpootjes”, “kippenpootjes-peer” of “zwart koraal”.

Alhoewel ze er niet heel erg aantrekkelijk uit zien (net als echte rozijnen), smaken ze goed met een zoete smaak die wel wordt vergeleken met die van peer, rozijnen of dadels. Voor een goede eetkwaliteit is het echter van belang dat ze volledig kunnen uitrijpen. Ze rijpen gedurende een langere periode in de late herfst, mits de bloei vroeg genoeg plaatsvond, waardoor er voldoende tijd is om uit te kunnen rijpen. Ze kunnen als rozijnen worden gebruikt (verse consumptie, gebak en konfijten).

Alhoewel deze “rozijnen” niet buitengewoon groot zijn, vormt de boom er wel grote hoeveelheden van. Desalniettemin is oogsten zeer arbeidsintensief, vooral ook omdat de “rozijnen” worden gevormd aan het einde van de takken. Hierdoor moet er dus vanaf de buitenkant van de boom worden geoogst. De zoet smakende opgezwollen bloemstelen kunnen in de late herfst ook de belangstelling van vogels hebben.

De rozijnenboom is weinig vatbaar voor ziekten en plagen. Wel kan deze beschadigd raken door wintervorst. Omdat de boom tot nu toe echter zo weinig voor komt, is nog niet precies bekend tot waar het geschikte teeltgebied precies loopt. Vooralsnog wordt geadviseerd uit te gaan van een warme en beschutte standplaats.

De jonge uitlopende scheuttoppen kunnen in het voorjaar beschadigd raken bij late nachtvorst.

De boom heeft een voorkeur voor goed gedraineerde matig vochtige zand- en zandleemgronden en houdt niet van erg natte gronden.

Er zijn tot op dit moment geen cultivars van de rozijnenboom bekend. Vermeerdering vindt plaats door middel van zaaien en stekken. Door selectie binnen zaailingpopulaties en opvolgende vegetatieve vermeerdering van superieure exemplaren, kan dus waarschijnlijk nog een flinke vooruitgang worden geboekt.

Sinds het voorjaar van 2012 is een rozijnenboom in FruitLent aanwezig. Deze is opgekweekt in een container en is vervolgens op 25 augustus 2013 uitgeplant op de plaats waar de walnotenboom ‘Number 16’ door het onweer van 28 juli 2013 was geveld. Onze boom heeft in het voorjaar van 2019 voor het eerst gebloeid, derhalve in het achtste jaar na aanschaf. Ondanks dat de zomer van 2019 de boeken in ging als een zeer hete zomer, slaagden we er tegen het einde van het seizoen niet in om rijpe “rozijnen” te oogsten. We zouden dus vast durven te stellen dat het niet mogelijk is om deze in Nederland rijp te krijgen.

Op 29 juni 2018 bezochten we de botanische tuin in Wageningen. Tot onze verassing bleek daar een bloeiende boom van de rozijnenboom te staan. De boom werd druk bezocht door bestuivende insecten. Twee bovenstaande foto’s  (bloesem) zijn in de botanische tuin van Wageningen gemaakt.