Dit ras is geselecteerd door tomatenveredelaar Christoph Matthes (geb. 1963) van “Kultursaat e.V. für Züchtungsforschung und Kulturpflanzenerhaltung auf biologisch-dynamischer Grundlage” in Echzell (Duitsland).

In 2007 werd een kruising gemaakt tussen een een tweejarige inteeltselectie van ‘Philovita’ en het oudere zaadvaste ras ‘Zuckertraube’. Uit deze kruising volgde gedurende de jaren 2008-2017 de selectie van een aantal lijnen over tien generaties.  Tijdens deze selectierondes werd met name gelet op smaak en op resistentie tegen de aardappelziekte (Phytophthora infestans). Eén van de selecties met het voorlopige kwekersnummer ‘KS-TOT-CM-CKR-3-3.8’ is vervolgens in 2018 geïntroduceerd onder de naam ‘Philamina’. Er zijn op internet ook wel foutief gespelde verbasteringen van deze oorspronkelijke naam te vinden (zoals ‘Filamina’ en ‘Philomena’).

Het gaat om een rode cherrytomaat met met ronde glanzende vruchtjes van 6 tot 12 gram die in weinig tot licht vertakte trossen aan de plant hangen. Relatief kleine kroontjes die vrij vast aan de vruchtjes zitten. In het groene stadium zijn de vruchtjes licht gevlamd, maar vormen geen groenkragen. De rijpe vruchtjes zijn zeer stevig, weinig gevoelig voor scheuren en lang houdbaar. De knapperige vruchtjes hebben een zoete aromatische smaak met een laag zuurgehalte.

‘Philiamina’ is een ras waarvan de eerste vruchtjes vroeg rijpen: in 2024 waren in de hobbykas 56 dagen nodig tussen uitplanten en de eerste rijpe vrucht.

‘Philamina’ is één van de rassen met resistentie tegen de aardappelziekte (Phytophthora infestans), waardoor dit ras extra geschikt is voor buitenteelt in Nederland. Vermoedelijk is de resistentie gebaseerd op het ‘Ph-3‘ gen.
⟹ Lees hier meer over aardappelziekteresistentie bij tomaat.
Inmiddels is gebleken dat ‘Philamina’ een redelijke resistentie heeft, maar dat deze resistentie van een iets lager niveau lijkt dan van sommige andere resistente rassen.

Het is niet bekend of ‘Philamina’ nog andere resistentiegenen tegen andere ziektes bezit. Gelet op het feit dat voor de ontwikkeling van dit ras een selectie uit ‘Philovita’ mede aan de basis heeft gestaan, mag verwacht worden dat in ieder geval enkele andere resistentiegenen van ‘Philovita’ behouden zijn gebleven. Vermoedelijk is hier nog nooit nader onderzoek naar gedaan.

De productieve planten gaan tot laat in het seizoen door met het produceren van vruchtjes. De vruchtjes zijn gemakkelijk te oogsten. De planten groeien in het begin wat trager en gedrongen, maar zijn later groeikrachtiger, ze hebben een overzichtelijke gewasopbouw met mooie donkergroene bladeren en groeien als een stamtomaat, zodat de dieven die worden gevormd moeten worden weggenomen.