Kiwi's

Naamgeving en herkomst

Veel hobbyistenboeken en catalogi van boomkwekerijen geven ten onrechte aan dat de kiwi behoort tot de botanische soort Actinidia chinensis. Deze benaming was evenwel correct tot in 1984, toen de wetenschappers Liang en Ferguson een nieuwe indeling van soorten publiceerden, die vanaf dat moment binnen de wetenschappelijke wereld wordt gehanteerd. De (oude) soort met de naam Actinidia chinensis wordt daarom sinds 1984 verdeeld in de drie navolgende soorten:
– Actinidia deliciosa, en:
– Actinidia chinensis, en:
– 
Actinidia setosa.

Alhoewel vanaf 1984 dus onderscheid wordt gemaakt tussen drie verschillende botanische soorten, zijn deze drie soorten wel verwant aan elkaar.

Alle commerciële kiwirassen die in 1984 gangbaar waren, vielen volgens de nieuwe indeling binnen de soort met de nieuwe naam Actinidia deliciosa. Dit is derhalve de juiste wetenschappelijke naam die eigenlijk in de hobbyistenboeken en catalogi vermeld zou moeten staan. De soort Actinidia deliciosa groeit van origine in de binnenlanden van China. Het vruchtvlees van deze soort is groen van kleur (alhoewel er in China inmiddels een paar varieteiten zijn gevonden met roze-groen en met geel gekleurd vruchtvlees). De soort is hexaploïd (heeft dus zes setjes chromosomen: 2n = 6x = 174).

Tot de soort met de reeds bestaande naam Actinidia chinensis werden vanaf 1984 de vormen gerekend die groeien met vrijwel haarloze takken, bladeren en vruchten. Het vruchtvlees van deze soort kan geel, geelgroen of groen van kleur zijn, soms zelfs met een rode verkleuring rondom de witte kern. De soort Actinidia chinensis groeit van origine in de kustgebieden van China en geldt als wat minder winterhard dan Actinidia deliciosa. De planten van Actinidia chinensis lopen in het voorjaar ook iets vroeger uit dan die van Actinidia deliciosa. Binnen de soort Actinidia chinensis komen diploïde en tetraploïde vormen voor (2n = 2x = 58 of 2n = 4x = 116).
Op het moment van de nieuwe wetenschappelijke indeling (1984) waren geen algemeen gangbare commerciële rassen van de soort Actinidia chinensis beschikbaar. Op dit moment zijn wel enkele commerciële rassen beschikbaar die tot deze soort worden gerekend. Hierover verderop meer.

De soort Actinidia setosa tenslotte, groeit van origine in Taiwan en kent op dit moment geen commerciële rassen. Deze soort is diploïd (2n = 2x = 58).

Kenmerken en teelt

Dat kiwi’s in Nederland gewoon buiten kunnen groeien, wordt in FruitLent bewezen. Een enigszins beschutte standplaats is wel gewenst. En in de eerste jaren is in geval van strenge wintervorst bescherming van de stammen aan te bevelen.

Kiwi’s zijn uitermate krachtig groeiende klimplanten met lange slingerende scheuten en moeten worden geleid. De planten zijn het best horizontaal te geleiden over een pergola. In commerciële plantages worden daarvoor speciaal vervaardigde stellingen (pergola- of T-vormige constructies) gebruikt. Vertikaal geleiden tegen een hekwerk of muur is in principe ook mogelijk, doch dit is door de groeiwije wat minder gemakkelijk dan horizontaal geleiden bovenop een pergola of een T-vormige constructie.

Vanwege de zeer grote groeikracht, is een ruime plantafstand wenselijk. In commerciële plantages zijn plantafstanden van 6 tot 12 meter gebruikelijk. Een vakkundige wintersnoei en zomersnoei is noodzakelijk om de productie te bevorderen en om te voorkomen dat de planten als een kluwen van slingerende takken in elkaar vast groeien.

Indien het windstil is, kunnen de planten een wat vreemde weeïge lucht verspreiden. Dezelfde lucht is soms waarneembaar indien je in het buitenland via de openbare weg langs kiwi-plantages rijdt.

De fraaie bloemen zijn 6-8 cm groot en bloeien in Nederland eind mei / begin juni. De bloeitijd valt daardoor buiten de periode waarin sprake kan zijn van nachtvorst. Echter, de uitlopende scheuten zijn in het voorjaar wel nachtvorstgevoelig. Indien deze scheuten door nachtvorst bevriezen zullen tevens de bloemen verloren gaan, aangezien de bloemen zich aan deze uitlopende scheuten ontwikkelen. Indien het een keer mocht gebeuren dat de uitlopende scheuten bevriezen, dan heeft dit voor de plant zelf geen blijvende consequenties. De plant zal daarna namelijk weer uitlopen op slapende ogen. Aangezien slapende ogen normaliter geen bloemknoppen hebben, worden er aan de scheuten uit slapende ogen dus geen vruchten gevormd.

De vruchten van de meeste kiwirassen worden in Nederland niet rijp aan de plant. Ze worden zo laat mogelijk in het seizoen geoogst. Dat wil zeggen: binnen de periode eind oktober tot begin december, vlak voordat de eerste vorst invalt. Vervolgens kunnen de vruchten nog geruime tijd worden bewaard. Dit kan het beste gebeuren op een koele plaats, waarbij de vruchten moeten worden beschermd tegen uitdroging, bijvoorbeeld door middel van een gesloten plastic zak. Deze gesloten plastic zak zorgt er tevens voor dat er geen ethyleengas bij de vruchten kan komen. Ethyleengas zorgt er namelijk voor dat de vruchten binnen enkele dagen rijp worden. Dit gegeven schept de mogelijkheid om de gehele oogst gedoseerd te gebruiken. De rijping van de bewaarde vruchten kan namelijk op gang worden gebracht door ze met ander rijp fruit (zoals appels of bananen) op de fruitschaal te leggen. Het ethyleengas dat de andere vruchten afgeven, zorgt ervoor dat de kiwi’s versneld afrijpen waardoor ze na enkele dagen eetbaar zijn. Door derhalve elke paar dagen enkele kiwivruchten vanuit de voorraad op de fruitschaal te leggen, kan gedurende een groot deel van de winter worden genoten van de oogst uit eigen tuin !

Het is bekend dat sommige personen allergisch kunnen reageren op de vruchten van de kiwi.

Mannetjes en vrouwtjes

Kiwi’s zijn (net als alle overige Actinidia-soorten) tweehuizig, hetgeen wil zeggen dat er mannelijke en vrouwelijke planten bestaan. Om vruchten te kunnen krijgen moet derhalve minimaal één mannelijke en één vrouwelijke plant worden aangeplant. Het onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke planten kan enkel tijdens de bloei worden gemaakt.

In beginsel zijn zowel bij de mannelijke als bij de vrouwelijke bloemen beide soorten geslachtsorganen aanwezig. Bij de bloemen van de mannelijke planten zijn de meeldraden goed ontwikkeld en is in het midden van de bloem een rudimentair vruchtbeginsel zichtbaar, echter zonder ontwikkelde stampers. Bij de bloemen van vrouwelijke planten zijn de stampers goed ontwikkeld en bevindt zich rondom het vruchtbeginsel een krans met steriele meeldraden die dus geen stuifmeel leveren. Zie de foto’s hiernaast.

In commerciële beplantingen wordt voor de bestuiving één mannelijke plant op 6 tot 8 vrouwelijke planten gehanteerd, afhankelijk van het gekozen beplantingspatroon, waarbij het uitgangspunt steeds is dat elke vrouwelijke plant op relatief korte afstand van een mannelijke plant staat.
Bij één mannelijke plant op 6 tot 8 vrouwelijke planten varieert het aantal mannelijke planten ten opzichte van het totale aantal planten derhalve van 14,3% tot 11,1%. De mannelijke planten worden door snoei echter kleiner gehouden, waardoor gewoonlijk zo’n 10% van het bladoppervlak in de plantage uit mannelijke planten bestaat.

Er worden inmiddels via tuincentra e.d. ook enkele tweeslachtige (éénhuizige) rassen aan hobby-tuinders aangeboden. Bij deze tweeslachtige rassen zijn in de bloemen zowel de mannelijke als de vrouwelijke geslachtsorganen ontwikkeld (althans: dat zou zo moeten zijn….). Hierdoor hoeft nog maar één plant te worden aangeplant om vruchten te kunnen krijgen. Er bestaan echter veel klachten over tweeslachtige kiwiplanten die wel bloeien maar geen vruchten zetten. Indien ze wel vruchten zetten, blijken deze in de meeste gevallen veel kleiner dan van de goede vrouwelijke rassen.

Tweeslachtige planten kunnen ook worden gebruikt voor de bestuiving van vrouwelijke planten. Aangezien echter wordt beweerd dat het stuifmeel van tweeslachtige planten van slechtere kwaliteit is, is dit derhalve niet aan te bevelen. Dit zal overigens ook de reden zijn waarom de vruchten van tweeslachtige planten groter schijnen te worden indien ze door een zuiver mannetje worden bestoven.
 Lees hier verder over de geslachtsvorming bij kiwi en de klachten over tweeslachtige kiwiplanten.

Stuifmeel van mannelijke Actinidia deliciosa planten kan in beginsel worden gebruikt voor de bestuiving van vrouwelijke Actinidia chinensis planten en vice versa, mits de bloeitijden uiteraard voldoende overlappen. In de meeste gevallen bloeien de planten van Actinidia chinensis echter vroeger in het seizoen dan de planten van Actinidia deliciosa, waardoor kruisbestuiving tussen deze twee soorten in de praktijk geen ideale situatie oplevert.
Ook kan het stuifmeel van mannelijke Actinidia deliciosa planten worden gebruikt voor de bestuiving van vrouwelijke kiwibessen (Actinidia arguta). De bloeitijden van deze twee soorten komen normaal gesproken redelijk goed overeen. Er wordt wel verondersteld dat mannelijke planten van de kiwibes niet kunnen worden gebruikt om vrouwelijke planten van de gewone kiwi te bestuiven, doch in de praktijk blijkt dit toch niet zo zwart-wit te liggen; zijn er indicaties dat dit wel mogelijk is.

Commerciële aspecten

De kiwi stond in eerste aanleg bekend onder de benaming Chinese kruisbes en kwam als curiositeit voor in diverse botanische tuinen over de gehele wereld. In Nieuw-Zeeland werden in het begin van de 20-ste eeuw enkele zaden geïmporteerd. Uit deze enkele geïmporteerde zaden werden door Nieuw-Zeelandse tuinders een aantal commercieel bruikbare rassen geselecteerd. De vijf bekendste Nieuw-Zeelandse vrouwelijke rassen waren: ‘Abbott’, ‘Allisson’, ‘Bruno’, ‘Hayward’ en ‘Monty’. Daarnaast werden voor de bestuiving van deze vijf vrouwelijke rassen ook twee verschillende mannelijke rassen geselecteerd die de namen ‘Matua’ en ‘Tomuri’ verkregen. Deze in totaal zeven verschillende rassen worden gezien als de klassieke Nieuw-Zeelandse rassen.

Het vrouwelijke ras met de naam ‘Hayward’ werd, samen met het uitgekiende Nieuw-Zeelandse marketingconcept, verantwoordelijk voor de wereldwijde commerciële doorbraak van het kiwifruit in de tweede helft van de vorige eeuw. ‘Hayward’ heeft namelijk grote vruchten van een goede kwaliteit en een goede houdbaarheid. De goede houdbaarheid, alsmede het feit dat ‘Hayward’ inmiddels in verschillende werelddelen wordt geteeld, maakt het mogelijk om jaarrond kiwifruit aan de markt te brengen.

In latere jaren is nog getracht om nieuwe rassen te ontwikkelen die nog beter zijn dan ‘Hayward’. Hiervoor werd vers genetisch materiaal in China verzameld. Het is tot nu toe echter niet gelukt om ‘Hayward’ van de eerste plaats te verdringen. In termen van plantenveredeling is hier derhalve sprake van een unicum: het beste ras werd toevallig meteen gevonden tussen de zaailingen die afstammen van enkele geïmporteerde zaadjes…..

Als dit unicum niet zou hebben plaatsgevonden, hadden we het kiwifruit nu waarschijnlijk helemaal niet gekend….

De benaming kiwifruit maakte overigens onderdeel uit van het Nieuw-Zeelandse marketingconcept en verwijst naar een vogelsoort die tevens het nationale symbool is van Nieuw-Zeeland. De kiwi is een in Nieuw-Zeeland inheemse vleugelloze vogel zo groot als een gewone kip die qua bevedering sterk lijkt op de beharing van kiwivruchten. Vanwege dit nationale symbool noemen de inwoners van Nieuw-Zeeland zichzelf ook wel “kiwi’s”, welke naam dus verwijst naar deze inheemse vleugelloze vogel en niet naar het kiwifruit.

Tot voor kort werd de gehele wereldhandel van kiwifruit beheerst door het ras ‘Hayward’. Tot de dag van vandaag is het zo dat alle groenvlezige kiwi’s die u in de winkel aantreft van het ras ‘Hayward’ zullen zijn. In het jaar 2000 werden vanuit Nieuw-Zeeland echter voor het eerst andere kiwivruchten in Europa geïntroduceerd. Het betrof geelvlezige vruchten van het ras ‘Hort 16A’. Deze worden verkocht onder de merknaam Zespri ® Gold. Het was tevens het eerste commerciële ras welke behoort tot de botanische soort Actinidia chinensis. Het was ook de eerste keer dat ‘Hayward’ een deel van de monopoliepositie moest prijsgeven.
 Lees hier verder over nieuwe geelvlezige kiwirassen.

In de commerciële teelt worden ter ondersteuning van de planten speciale systemen opgericht, zoals pergola-constructies en T-vormige teeltsystemen. In de Nieuw-Zeelandse teeltgebieden wordt inmiddels veel gebruik gemaakt van het gepatenteerde SupaVine-systeem, waarmee jonge scheuten boven de pergola aan draden omhoog worden geleid.

Volgroeide plantages van het wereldberoemde ras ‘Hayward’ halen een productiecapaciteit van zo’n 25 ton per hectare. Hogere producties (tot uitschieters van wel 50 ton per hectare) behoren echter ook tot de mogelijkheden, vooral bij de teelt van andere (productievere) rassen

 

Omschrijving collectie FruitLent

In FruitLent is een kiwi-aanplant aanwezig, bestaande uit zeven planten die over een speciaal daarvoor vervaardigde pergola-constructie worden geleid. Er zijn vier vrouwelijke planten en drie bestuiverplanten aanwezig. De vrouwelijke planten zijn geplant op een plantafstand van 6,2 x 3,4 meter. Op sommige vrouwelijke planten zijn extra vrouwelijke rassen erbij geënt.

Bij de vrouwelijke planten is druppelbevloeiing met een capaciteit van 4 liter per uur aanwezig. Bij de bestuiverplanten is de capaciteit 2 liter per uur; deze planten worden door middel van snoei klein gehouden en verdampen daardoor minder.

De pergola is opgetrokken uit een duurzame gegalvaniseerd stalen constructie, waarbij voor de gewasdraden Crapal ® type 4 draad is gebruikt (zeer duurzaam door zink/aluminium-coating). Onder de pergola is verharding met betonklinkers aanwezig. Het gewas bevindt zich circa 2½ meter boven de verharding. Hierdoor wordt het effect verkregen van een tunnel waar onderdoor kan worden gelopen, terwijl de kiwi’s erboven hangen. Onder de pergola is sfeerverlichting aangebracht die ’s avonds voor een fraai effect kan zorgen. De pergola is 3,4 meter breed en 12,8 meter lang.

De meeste rassen in FruitLent behoren tot de soort Actinidia deliciosa; een minderheid behoort tot de soort Actinidia chinensis. Het wereldberoemde ras ‘Hayward’ is niet in FruitLent aangeplant. Dit ras rijpt nogal laat en werd om die reden door ons niet voldoende geschikt geacht voor teelt in Nederland. We hebben wel het vroegrijpende ras ‘Convi 97001’ (beter bekend onder de merknaam ‘Green Light’ ®) in de collectie, die als twee druppels water op ‘Hayward’ lijkt. Met de rassenkeuze in FruitLent is rekening gehouden met extra geschiktheid voor het noordelijke klimaat, bijvoorbeeld door vroegere rijping en/of extra winterhardheid.

Met de navolgende rassen is in FruitLent ervaring opgedaan: