Extra informatiebox FruitLent

Bestrijding van krulziekte in perzik

De krulziekte in perzik wordt veroorzaakt door de schimmel Taphrina deformans.

Door de aantasting van deze schimmelziekte vertonen de jonge bladeren in het voorjaar zeer ernstige misvormingen. De misvormingen verkleuren eerst rood en daarna geelbruin. Aangetaste bladeren zijn bros. Bij een zware aantasting kunnen ook de jonge vruchten aangetast worden; dit uit zich dan niet in misvormingen maar in onregelmatige ronde vlekken die op de jonge vruchten zichtbaar zijn. De schimmel infecteert de boom vanaf het moment dat de knoppen uit beginnen te lopen. Eind mei zijn de sporen rijp en verspreiden ze zich met behulp van de regen en wind door de boom en nestelen zich weer op de knoppen voor het volgende seizoen.

De aantasting is gewoonlijk het sterkst bij de scheuten die uit de eindknoppen van het vorige jaar ontstaan, doch ook de overige bladeren zijn gewoonlijk aangetast.

Later in het seizoen (juni) groeit de boom door de aantasting heen en vormt hij nieuw blad, zodat einde midzomer er geen spoor van de ziekte meer is te bekennen. Aangezien de aantasting en de bladval die daarvan het gevolg is echter plaatsvindt in een periode dat het uiterste van de boom wordt gevergd (de nieuwe knoppen, de nieuwe scheuten en de jonge vruchten ontwikkelen zich met name in deze periode) kan de boom ernstig verzwakken. Dit mede doordat de tijdelijk mindere bladstand ook de productie van voedingsstoffen (assimilatie) tijdelijk op een laag pitje doet staan. Indien de schimmelziekte gepaard gaat met een overvloedige vruchtzetting kan er tevens ernstige schade ontstaan aan de vruchtkwaliteit, de scheutgroei en de vorming van nieuwe bloemknoppen. Daarnaast doet de aandoening de vitaliteit van de boom jaar na jaar afnemen, waardoor de boom steeds meer moeite krijgt om door de aantasting heen te groeien. De boom kan uiteindelijk een kwijnend bestaan gaan leiden en afsterven. De krulziekte is de belangrijkste reden dat perzik in particuliere tuinen weinig voorkomt.

Resistente rassen

Van enkele perzikenrassen is bekend dat ze minder vatbaar zijn voor de krulziekte. Er is echter bij geen enkel ras sprake van een volledige resistentie, doch van een deelresistentie. De bomen van deze rassen kunnen derhalve wel worden aangetast, maar de aantasting is gemiddeld genomen minder hevig en de bomen groeien sneller door een aantasting heen. De mate van resistentie varieert tussen de rassen. Rassen die op een bepaalde locatie bekend staan als redelijk resistent, kunnen op een andere locatie toch worden aangetast, met name als de omstandigheden voor de schimmel gunstig zijn. De omstandigheden voor de schimmel zijn gunstig vanaf een temperatuur van 8 à 10° C tot een temperatuur van 21° C. Deze omstandigheden komen in Nederland vaak en gedurende langere periodes voor, waardoor rassen die in het buitenland behoorlijk resistent zijn, in Nederland soms toch flink kunnen worden aangetast.

Overige maatregelen

Op het ogenblik dat de ziekte zichtbaar wordt op de bladeren is de aandoening niet meer te bestrijden. Om de infectiedruk voor het opvolgende seizoen te verminderen, kunnen aangetaste bladeren worden afgeplukt voordat het witte dons verschijnt. Indien de aantasting gepaard gaat met een overvloedige vruchtzetting, is het sterk uitdunnen van de vruchten extra noodzakelijk zodat de boom een extra impuls krijgt om de ziekte te overgroeien.
Deze maatregelen zullen echter meestal niet toereikend blijken te zijn om de ziekte afdoende het hoofd te kunnen bieden.

Chemische bestrijding

De krulziekte kan effectief worden bestreden door middel van een bespuiting met bepaalde schimmelbestrijdingsmiddelen (fungiciden). Voor een effectieve werking moet de bespuiting al plaatsvinden op het moment dat de knoppen gaan schuiven. Dit is in veel winters vanaf medio tot eind februari het geval, doch in sommige vroege winters is dit al veel eerder het geval (vanaf medio januari). Het gaat dus om een winterbespuiting op het nog kale hout. Aangezien de meeste middelen na de bespuiting voor een bepaalde periode hun werkzaamheid behouden, is het in geval van twijfel beter om te vroeg te spuiten dan om te laat te beginnen met spuiten.
Bij een hevige aantasting in het voorafgaande jaar en/of bij zeer vatbare rassen moet de bespuiting vervolgens worden herhaald met een interval van 10-14 dagen, tot aan de bloeiperiode. Tijdens de bloei kan beter niet worden gespoten. Beginnen met spuiten als de ziekte al wordt waargenomen heeft weinig zin. Bij rassen met een deelresistentie kan één bespuiting op een goed uitgekozen tijdstip ertoe leiden dat (nagenoeg) geen sprake is van aantasting.
Van de navolgende fungiciden is bekend, of wordt verondersteld, dat ze werkzaam zijn tegen de krulziekte:

  • chloorthalonil (merknamen o.a.: Daconil, Bayer Finesse), zeer goed werkzaam;
  • difenoconazool (merknaam o.a.: Duaxo Concentraat), redelijk werkzaam;
  • dithianon (merknaam: Delan), goed werkzaam;
  • dodine (merknaam: Syllit-flow), goed werkzaam;
  • metiram (merknaam: Polyram DF);
  • thiram (ook bekend als: TMTD), zeer goed werkzaam;
  • ziram, zeer goed werkzaam;
  • ferbam, goed werkzaam;
  • tolylfluanide (merknamen: Eupareen-M en Eupareen-Multi), mate van werkzaamheid onzeker;
  • folpet, mate van werkzaamheid onzeker;
  • captan, mate van werkzaamheid onzeker;
  • captafol, goed werkzaam;
  • middelen op basis van koper (zoals: koperoxychloride en Bordeauxse pap), zeer goed werkzaam, echter: koper is natuurlijk wel een zwaar metaal welke onder andere effect heeft op de regenwormenpopulatie in de bodem.

LET OP: de vorengenoemde opsomming van werkzame fungiciden is louter informatief. Het gaat uitdrukkelijk niet om een advies. U bent er zelf verantwoordelijk voor om na te gaan of de genoemde middelen volgens de lokale wetgeving zijn toegelaten voor de bestrijding van de krulziekte in perzikbomen !